Cultuurhistorie

De Wageningse Eng vormt een van de laatste resten van uitgestrekte dorpsakkers aan de zuidwestrand van de Veluwe. In de 20ste eeuw is een groot deel van de Eng verdwenen door stedelijke uitbreidingen. Van de meeste gehuchten en brinken is niet veel meer over. Restanten zijn inmiddels opgenomen tussen nieuwere bebouwing. Dit komt met name door de wijze waarop de stadsuitbreidingen in Wageningen plaatsvonden. Veel is planmatig ontworpen op een blanco vel, zonder rekening te houden met het bestaande. Indien het bestaande in de weg stond voor nieuwe uitbreidingen, werd het gesloopt.
Het overige gedeelte van de Eng heeft door de stedelijke uitbreidingen sterk het karakter van een stadsrand gekregen en tegenwoordig wordt het ook wel de ‘tuin’ van Wageningen genoemd. Als geheel creëert het gebied de sfeer van kleinschalige landbouw, biologische voedselproductie, pluk- en volkstuinen en rustige landelijkheid met recreatieve functies.

Langs de Grintweg zijn de brinken ‘de Leeuwerbrink’ en ‘de Wildekamp’ nog te herkennen. Zo is de weg die in 1832 over de brink liep nog te herkennen in het fietspad achter het restaurant ’t Gesprek. Nabij ’t Gesprek bevindt zich ook één van de twee drenkplaatsen. Vroeger werden deze gebruikt om het vee te drenken. De tweede ligt bij Droevendaal.
De oorspronkelijke verkavelingsstructuur is een cultuurhistorisch element, op veel plekken is deze structuur nog goed zichtbaar. Die plekken worden dan ook als historische kavelgrenzen beschouwd. Oude routes tussen Wageningen en de Eng die voor 1832 al in het gebied aanwezig waren, worden ook als waardevol gezien. Een deel van deze wegen is nog aanwezig, zoals delen van de noord-zuid verbindingen en de parallelle wegen. De gemeentelijke Cultuurhistorische waardenkaart laat de plekken waar historische wegen, maar ook andere belangrijke cultuurhistorische elementen zijn verdwenen zien. Mogelijk kunnen deze in de toekomst weer zichtbaar worden gemaakt. Daarnaast zijn er cultuurhistorisch waardevolle elementen aanwezig die nog (wel) deels zichtbaar aanwezig zijn, zoals middeleeuwse veedriften, delen van de wildwal, enkele grafheuvels en het neolithisch grafveld aan de Diedenweg/ Geertjesweg en een aantal oude buitenplaatsen.
Een wildwal is een natuurlijke afscheiding van de akkers tegen het wild in het achterliggende bos. Het betreft een verhoging van aarde (wal) met dichte bosschages en doornen. Veedriften zijn paden die van de vroegere heide naar de nederzettingen en drinkplaatsen liepen. Er zijn er vier te onderscheiden, maar ze zijn slecht herkenbaar.


Laatst bijgewerkt op: 27 juni 2023